top of page

Bron: College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Het risico op trombose

Hoeveel risico op trombose heb ik met mijn anticonceptiemiddel?

Stop nooit zomaar met jouw anticonceptie, maar overleg dit eerst met een arts.

​

​

Let op!

Je hebt altijd een hele kleine kans op trombose. Zelfs als je gezond bent. 

In de onderstaande tabel kun je zien hoeveel kans op trombose jij hebt met jouw hormonale anticonceptiemiddel als je gezond bent.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Sommige anticonceptiemiddelen met hormonen hebben dus een grotere kans op trombose dan andere. Er zijn ook vormen van hormonale anticonceptie die helemaal geen kans op een gevaarlijke bloedklonter met zich meebrengen, namelijk: het spiraaltje, het staafje, de prikpil en de 'minipil': een anticonceptiepil met één hormoon. Andere anticonceptiemiddelen zonder hormonen, zoals het koperspiraaltje en condooms, brengen ook helemaal geen risico op trombose met zich mee. 

​

Het voorschrijven van anticonceptie is maatwerk, omdat iedere vrouw anders is. Er is een richtlijn waar artsen zich aan moeten houden als ze anticonceptie willen voorschrijven. Op het gebied van de anticonceptiepil hebben de makers van de richtlijn een voorkeur uitgesproken, omdat op basis van wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat deze het veiligste zouden zijn. In dat besluit is veel meegenomen, zoals de trombosekans, maar ook hoe goed het beschermt tegen zwangerschap. In het kader 'voorkeur anticonceptiepillen' aan de rechter kant kun je zien om welke pillen het gaat.

​

Het tromboserisico in de tabellen geldt alleen als je gezond bent. De kans wordt groter als je bijvoorbeeld rookt of overgewicht hebt. Wil je weten hoeveel kans jij op een bloedklonter hebt? Neem dan contact op met jouw arts.

Tabel.png

In Nederland is er een richtlijn voor het voorschrijven van anticonceptie die huisartsen moeten volgen.

 

De voorkeur wat betreft anticonceptiepillen gaat uit naar de volgende pillen:

​

1. Levonorgestrel 150 microg. + ethinylestradiol 30 microg.
 

2. Levonorgestrel 100 microg. + ethinylestradiol 20 microg.
 

3. Gestodeen 75 microg. + ethinylestradiol 20 microg.

​

​

Voorkeur anticonceptiepillen

Tromboserisico

Geen anticonceptie

2-3 op de 10.000 vrouwen krijgen trombose

​

Zwangerschap

10-30 op de 10.000 vrouwen krijgen trombose

​

De eerste zes weken na

de bevalling

50-100 op de 10.000 vrouwen krijgen trombose

bottom of page